Al vanaf januari hebben we (zomer)vakantieplannen. Bestemmingen zijn Engeland, Noorwegen, Zweden, Duitsland en misschien Spanje, want daar zijn we nog nooit geweest. De inhoud van de spaarpot moet aansluiten op de wensen. Plannen genoeg dus, voorlopig blijft het daarbij. De maanden schuiven voorbij, het blijft bij suffe plannen. Dan breekt april aan, biedt echter geen perspectief tot kamperen in een tent. In mei is er een vakantie van twee weken te besteden. Wat doen we? Het weer is niet stabiel aangenaam in Nederland. De koers gaat richting Italië, vakantieland bij uitstek. Daarbij moeten we door Oostenrijk of Zwitserland heen. Hier zien we de eerste echte bergen. Duitsland is hier en daar heuvelachtig, dat begint er iets op te lijken. Dat vinden wij belangrijk in een vakantie. We zien graag bergen om het gevoel te hebben los te zijn van het dagelijks leven. Op de dag van vertrek, 28 april, is het lekker weer bij ons. Het zo goed als vlakke Nederland, dat steek je makkelijk over van het westen naar het oosten. Duitsland door, duurt ietsje langer. Moeten we nou zo nodig helemaal daarheen? De airco aan, het is warm achter het glas. De kinderen kijken DVD’s. De schermpjes zitten met klittenband aan de hoofdsteunen. Of ze lezen een tijdschrift. Echt geïnteresseerd in wat men langs de weg kan zien, zijn ze nog niet. Een paar boekjes zouden ook volstaan hebben. Scheelt ons dat gedoe met snoeren en de discussie welke film. Ach ja…Eens in de paar uur tijd om uit te stappen. Een stukje lopen om uit die ene stoelhouding te komen. Toiletbezoek, een korte koffiestop, wat eten. Een kwartier stoppen is zo goed als niks. Haast hebben we niet, het is vakantie hè.
Duitsland blijkt nog steeds zo groot te zijn als het jaar ervoor. De kilometers tikken weg op de teller, het onderstel verwerkt de tikken van de betonnen Autobahn. Bij een Raststätte gaan we lunchen. Het is best druk op weg, gelukkig toch geen files gehad. Lekker even uit de auto voor ontspanning. Kost soms een half uur. Met een licht gevulde buik komen we terug op de parkeerplaats. We lopen naar de auto. Wat raar, er is een achterdeur open en er staan mensen naast. Het zal toch niet…. ???
Nee. Gelukkig. Niks aan de hand. Alles zit er nog in. Eén van de kinderen is vergeten de deur dicht te doen bij vertrek. De centrale vergrendeling heeft bij bedienen vanaf de andere kant niet geprotesteerd en dus zijn we met een gerust hart gaan eten. De Duitse mensen stonden daar om toezicht te houden op onze spullen, zelf hebben ze wel een slechte ervaring op deze manier, zo vertellen ze. In elk geval nogmaals vet bedankt vanaf hier. Verder gaat de reis voorspoedig. Slechts een keertje tanken, de auto is erg zuinig op de lange stukken. Intussen gaat de temperatuur iets omlaag. Er ligt soms nog sneeuw op de vluchtstrook. Oostenrijk komt in zicht. We zien de witte bergtoppen in de verte. Daar zullen we overnachten. We vinden een hotel in Reutte, Tirol. De avond is steenkoud. Na een goede nachtrust en prima ontbijt wordt koers gezet richting Norcenni. Nog een keer getankt, in Oostenrijk verkopen ze de benzine voor minder dan bij wat bij ons de dieselprijs is. Een mooi land hoor, ook geschikt voor vakantie. We zien de wintersportoorden aan ons voorbij trekken. Opschieten is er niet bij op dit bergtraject. Hele stukken worden afgelegd achter kreunende vrachtwagens die moeizaam hun tonnen lading de helling opslepen. Rustáááág!! En er achter blijven, we zijn niet levensmoe.
De Italiaanse grens wordt gepasseerd. Meteen te zien aan roestige vangrail lans de weg, restanten van een aanrijding op de vluchtstrook en slecht leesbare verkeersborden met algenaanslag er op.
Druiventeelt op de hellingen, bruine koeien met een ander profiel in de ruime weides. Huizen waar het pleisterwerk vanaf brokkelt. Daarachter een vervallen schuur. Betonnen fabriekshallen met half werkende lichtreclame, heel andere bouw dan bij ons. Stevig doorrijdende dames, die lippenstiften terwijl ze hun zonnebril beoordelen in de binnenspiegel. Met groot licht seinende Alfa Romeo coureurs, als je even links rijdt om een vrachtwagen te passeren. Maar…., ondanks alles, wat een fantastisch land!!!! Dit soort beschreven taferelen worden slechts sporadisch waargenomen. Anders waren wij er niet zo gek op.
Een heel eind rijden we op nagenoeg vlakke wegen. En daar zijn ze weer, de door ons zo geliefde, enorme stukken steen die bij het afkoelen van de aarde opgerimpeld zijn tot bergen. In Italië staan er dus ook een paar. Hè, gelukkig maar. Toscane, slingerdeslang helling op, helling af. Langs de kronkelende wegen staan die kenmerkende cipressen. Helaas ook gedenktekens, die stil herinneren aan fatale ongevallen. Gele huizen, rode daken. Telefoonpalen her en der, hun kabels rijgen de huizen aan elkaar. De doorgaande weg voert je dwars door knusse dorpjes heen waar je dan wat snelheid moet minderen. Oude mannetjes verzamelen zich op een bank op het plein. Achter hen de tabakswinkel annex lotenverkoper. Wij vinden het prachtig om naar te kijken. In Frankrijk tref je soortgelijke toestanden. Al spelen ze dan jeu de boules. Eenmaal op de camping treffen we veel landgenoten. Ook zij verruilen het drukke Nederlandse leven voor een week pizzakauwen. Bij Norcenni Club Girasole is er een mega-receptie. Een prachtig modern gebouw, achter de baliemedewerkers zijn de zo kenmerkende heuvels door het vele glaswerk te zien. Dat belooft wat met de camping. Het is in onze ogen zelfs een klein dorpje.
De koude avonden worden doorgebracht in een stacaravan. Tuurlijk, die is beter geïsoleerd dan een tent. Meteen heb je dan wel te maken met de “hokkerigheid” van zo’n gebouwtje. De opblaasbare tent deel je in zoals je wilt en is in principe groot zat. (Huh ja, als het weer meezit.) Het gordijn/scheidingswand om een slaapkamer in te richten, gebruiken we vaak niet eens. Het went snel in de keet, eten doen we voornamelijk buiten op de veranda. Het leven is hier ontspannen, ergens tussen de Toscaanse heuvels waar je omringd bent door oude steden die boordevol staan van historie. Volterra, Lucca, St. Gimignano, Arezzo, Siena en het zeer bekende Pisa met de toren die nog steeds niet is omgevallen. Drommen mensen trekken er door de nauwe straten langs souvenirwinkeltjes, de zon schijnt op hun bol terwijl ze aan een handgemaakt ijsje likken. Beroemde ijsbereiders hebben een flinke rij wachtenden voor de deur. Aan de gevel hangen hun veroverde oorkondes. Over de gekoelde vitrine hangen talrijke medewerkers zij aan zij om naar voorkeur de stroperige lekkernij op een knapperig hoorntje te doen. Als haringen in een ton, staan ze daar. Dat hun armen niet in elkaar verstrikt raken is een wonder. Meer plek voor bewegingsvrijheid heeft het publiek ook niet, al staan zij zelf uit vrije wil te wachten. Wat we ook zien: Echt ijs schept men er niet in bolletjes. Dat doe je met een spatel wat meer tijd kost. Op die manier onderscheidt je je van de “ordinaire” ijsboer. Verder nog te koop tijdens het wandelen: porchetta, grappa, espresso en ricottakaas of parmezaan.
We wisselen het af. Een dagje cultuur, een dagje wat anders. Dat “anders” kan van alles inhouden, zolang het maar niks met kunst of het interessante gebied van geschiedenis tot aardrijkskunde te maken heeft. Het is immers vakantie, de school is uit het zicht.
Kijk eens hoe vrolijk de jonge dames worden van snuffelen in een enorme kleding-outlet. Valdichiana biedt aan elk wat wils.
Die middeleeuwse steden bereik je over het grootste gedeelte eenvoudig via snelwegen. Waar die (tol)wegen ophouden, pak je een toeristische route. Met hier en daar een kuil in de weg, de wegwijzers zijn begroeid of omgevallen achter een verbogen vangrail. Het kan allemaal in dit land. Mega veel bochtjes en hellingen kunnen tussen de camping en de uiteenlopende bestemming genomen worden. Het rijden is zeer gevarieerd, overal is voor ons Nederlanders wel wat te zien. Wijnboeren bieden hun producten aan langs de weg. Via een pad dat meer gaten dan wegdek vertoont, komen we bij een wijnboertje. Met een treurig gezicht vertelt de boerin dat de olijfoogst volledig is weggevaagd door keiharde hagelbuien. Olijfolie verkopen ze dus dit jaar niet. Ga hamsteren! Want de olie wordt straks pittig duur, is haar advies. We kopen een paar flessen wijn en een fles Grappa voor koudere tijden. Door de motregen hebben we een somber dagdeel. Voor de rest van de week is het overwegend zonnig.
Relaxed lezen op de camping, eten maken, of een stukje wandelen over het uitgebreide terrein. Het zwemwater van het buitenbad is tamelijk fris als we ons te witte- en te ietwat te dikke lijf er in wagen. Onze dochters hebben minder moeite met de vrij lage watertemperatuur. Kennelijk is de glijbaan mega aantrekkelijk. De vrije tijd vliegt voorbij. Verplichtingen op school en bij werkgevers doet ons terugkeren naar huis. Aaaajaai, we verlaten de gewaardeerde bergen. Al rap zitten we terug in het ritme van alledag en teren op de vele opgedane indrukken.